Mensenhandel of Human Trafficking lijkt een ver-van-ons-bedshow, maar niets is minder waar. In België blijft de misdaad waarin heel wat mensen worden vernederd onder de radar, maar wat we niet zien, kan er wel nog altijd zijn. Wij spraken met Sarah De Hovre: directrice van PAG-ASA, een van de drie erkende organisaties in België die slachtoffers van mensenhandel ondersteunen.
Mensenhandel is een moderne vorm van slavernij waarbij een groep of persoon, een andere groep of persoon uitbuit voor eigen geldgewin. “Dat staat heel duidelijk in het strafwetboek omschreven: artikel 34 heeft het over twee factoren die wijzen op mensenhandel: als eerste element dat men een persoon gaat verwerven, vervoeren of opvangen en als tweede element het doel om die persoon uit te buiten”, beaamt Sarah De Hovre.
Het woord mensenhandel komt niet vaak voor in gesprekken op Belgisch grondgebied. De term doet vooral denken aan erbarmelijke situaties in derdewereldlanden. Die gedachtegang moet volgens Sarah De Hovre dringend aangepast worden: “Mensenhandel werd vroeger als een buitenlands gegeven gezien, maar dat is niet altijd meer zo. Ook in België zijn er heel wat cases van mensenhandel die trouwens geen enkele link hebben met het buitenland.”
Met het geld dat de mensenhandelaar of de groep van mensenhandelaars verdient, financieren ze andere criminele activiteiten. Mensenhandel is vaak maar een kleine schakel in een groot crimineel systeem. Al gaat het niet altijd om groepen of organisaties: sommige handelaars werken enkel en alleen voor eigen geldgewin of puur voor de diensten van het slachtoffer.
Soorten mensenhandel
Mensenhandel is een ingewikkeld fenomeen dat vaak gepaard gaat met fysiek en/of psychisch geweld. We kunnen mensenhandel ook opdelen in verschillende vormen. De meest voorkomende vormen in België zijn seksuele uitbuiting, uitbuiting van bedelarij en economische uitbuiting.
Seksuele uitbuiting
We spreken over seksuele uitbuiting wanneer iemand wordt gedwongen om seksuele handelingen uit te voeren tegen betaling. Die betaling kan in de vorm van geld zijn, maar ook kleding, eten of de belofte daarvan.
De slachtoffers worden in dienst genomen in bars, hotels, kuuroorden of in de entertainmentsector. Het kan gaan om seksuele diensten aan vreemden, of aan bekenden, bijvoorbeeld in het geval van gedwongen seks met vrienden van je partner.
Een bijzondere vorm van seksuele uitbuiting is uitbuiting door loverboys. Dat zijn mannen die ervoor zorgen dat een meisje of vrouw verliefd op hen wordt. De loverboys misleiden de slachtoffers en worden onder dwang in de prostitutie te werk gesteld.
Uitbuiting van bedelarij
Bij uitbuiting van bedelarij worden de slachtoffers gedwongen te bedelen en moeten ze hun opbrengsten aan hun uitbuiters geven. “Uitbuiting van bedelarij is delicaat omdat de slachtoffers heel vaak worden uitgebuit door een familielid of een lid van hun ‘clan’. Dus er zijn banden van bloed of loyaliteit”, vertelt Sarah De Hovre, directeur bij PAG-ASA.
Economische uitbuiting
Wanneer slachtoffers moeten werken in mensonwaardige omstandigheden, dan spreken we over economische uitbuiting. De arbeids- en sociale rechten worden flagrant geschonden en het loon is onbestaand of zeer laag. Economische uitbuiting zien we meestal in de (land)bouw, horeca en huishoudelijk werk. Maar volgens Sarah De Hovre mogen we de andere sectoren zeker niet uitsluiten: “Economische uitbuiting komt 100% voor in bakkerijen, kapsalons en andere sectoren, alleen is het niet altijd even duidelijk. Elke sector kan ermee te maken hebben.”
Het verkeerde netwerk
Een andere misvatting over mensenhandel is dat het vaak over dezelfde kam wordt geschoren als mensensmokkel. De woorden lijken op elkaar, maar hebben verschillende nuances nodig: “Bij mensensmokkel gaat het echt over vluchtelingen op een illegale manier helpen om grenzen over te steken. Daar gaat het trouwens altijd over personen met een vreemde origine. Bij mensenhandel gaat het nadrukkelijk over de uitbuiting en die hoeft geen landsgrenzen te kennen”, verduidelijkt Sarah De Hovre.

Toch kunnen de twee termen met elkaar verweven worden: in sommige gevallen kan mensensmokkel uitmonden tot mensenhandel. Vluchtelingen zijn vaak makkelijke prooien en komen via mensensmokkel terecht in een illegaal netwerk waar misbruik en uitbuiting niet vreemd zijn. “Een goed voorbeeld zijn de Vietnamese vluchtelingen die naar België worden gesmokkeld. Zij betalen een grote som geld om naar hier te komen aangezien ze geen papieren hebben om legaal te reizen. Ze komen toe met een ongelooflijke schuldenlast, maar vinden moeilijk werk. Ze grijpen terug naar de mensensmokkelaar die hen aan het werk zet in datzelfde illegale netwerk. Vaak onder erbarmelijke omstandigheden, wat dus resulteert tot economische uitbuiting”, vertelt Sarah De Hovre.
Op zoek naar een betere toekomst
De slachtoffers die in het milieu van mensenhandel terechtkomen, delen dezelfde droom: een betere toekomst. Jammer genoeg heeft niet iedereen goede intenties en hebben de slachtoffers de pech iemand te ontmoeten die van deze droom wil profiteren.
In België zijn de slachtoffers vaak jonge meisjes die in jeugdinstellingen zitten. Die meisjes hebben niet alleen weinig of slecht contact met hun ouders, maar ook weinig contact met andere vrienden of kennissen. Wanneer zij een man ontmoeten die hen alles belooft, dan zijn die meisjes kwetsbaarder om in het verhaal van de uitbuiters te stappen.
Maar mensenhandel kan iedereen beïnvloeden. Ongeacht leeftijd, geslacht, opleidingsniveau of zelfs sociaal-economische achtergrond. De omvang van de mensenhandel is moeilijk te meten vanwege het verborgen karakter. De Internationale Arbeidsorganisatie schat wel dat er wereldwijd meer dan 24 miljoen slachtoffers zijn. De Global Slavery Index schat dat er in België zo’n 23 000 slachtoffers van mensenhandel zijn.
Schaamte en angst
Slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting zijn niet happig om met hun verhalen naar buiten te komen. Dat kan om verschillende redenen: omdat ze zich schamen, maar ook door eventueel dreiging door de dader: “Slachtoffers die werken in de prostitutie moeten vaak een bepaald aantal klanten per nacht over de vloer krijgen. Als dat niet gebeurt, wordt er bijvoorbeeld gedreigd dat zijn of haar kinderen zullen worden ontvoerd of de ouders worden vermoord. Zo gaat het ook wanneer ze naar de politie zouden stappen en dat is de reden waarom de meeste slachtoffers niet vanzelf tevoorschijn komen.

PAG-ASA gaat niet zelf op zoek naar slachtoffers. Die worden doorgestuurd door instellingen die werken met risicogroepen. De politie, sociale diensten en spoeddiensten zijn daar voorbeelden van. “Wij zorgen ervoor dat die diensten de alarmsignalen die kunnen wijzen op mensenhandel kennen en dan naar behoren kunnen handelen”, vertelt Sarah De Hovre. Daar bestaat geen vaste checklist voor, maar toch zijn er heel wat signalen die verwijzen naar eventuele kans op mensenhandel. Geen vrijheid van beweging, weinig of geen sociaal contact, identiteitsbewijzen ontnomen, slapen op de werkplaats en grote schulden zijn enkele voorbeelden. De genoemde diensten sturen de slachtoffers dan door naar PAG-ASA, waar ze samen met het slachtoffer op zoek gaan naar welke hulp ze nodig hebben.
De slachtoffers komen binnen met een karrenvracht aan littekens. Bij fysiek geweld valt dat letterlijk te nemen en kan het gaan van blauwe plekken door slagen tot brandwonden van sigaretten die worden uitgeduwd tegen het lichaam. Sporen van absolute vernedering. Ook psychologisch wegen zulke situaties zwaar: mensen verliezen hun zelfrespect, wantrouwen anderen en krijgen een schuldgevoel. In de prostitutie kunnen ze seksuele overdraagbare aandoeningen opgelopen hebben en ook de sociale impact is enorm. De slachtoffers vinden na de feiten heel moeilijk terug een plaats in de samenleving. “Wanneer die slachtoffers binnenkomen zijn die vooral doodop. Wij laten ze enkele weken rusten en bekomen van alle chaos en in ons opvangcentrum. Daarna is het belangrijk om hun vertrouwen weer op te bouwen: vertrouwen in hun zelf en in de hulpverleners. Wanneer dat lukt kunnen we beginnen aan ons begeleidingsprogramma waarin we administratief, juridisch en psychosociaal hulp bieden.
Samen sterk
Voor een doeltreffende bestrijding van de mensenhandel is de samenwerking tussen alle betrokken organisaties van essentieel belang.
Van de politieagent die een potentieel slachtoffer ontmoet, tot de officier van justitie die de bewijzen bekijkt en het onderzoek voortzet. Van de arbeidsinspecteur die een situatie van ernstige arbeidsuitbuiting ontdekt tot de immigratieambtenaar die de verblijfsvergunning afgeeft. Maar ook de maatschappelijk werker die de slachtoffers ondersteunt. Iedereen is een noodzaak in de strijd tegen mensenhandel.
Al deze actoren zijn partners in een zogenaamde multidisciplinaire aanpak. Elke partner heeft een specifieke rol die complementair is aan die van de andere partners. Iedere actor heeft een rol in de verschillende fasen van het proces: opsporing, identificatie, bescherming, ondersteuning, onderzoek, arrestatie, vervolging, veroordeling en remediëring. In de praktijk heeft deze aanpak als hoofddoel de slachtoffers te beschermen en de daders te veroordelen.